SOAP 1.1

Alle uitwisseling van gegevens vindt plaats op basis van SOAP 1.1 calls. SOAP 1.1 wordt in dit document als bekend verondersteld. In dit hoofdstuk wordt de specifieke invulling ten behoeve van SIVI Koppelingsprotocol besproken.

Voorbeeld geefSjabloon in SOAP-enveloppe

POST /GoWebService.GoWebDemo/soap/IGoWebService HTTP/1.1 
SOAPAction: "soap#geefSjabloon" Content-Type: text/xml User-Agent: GoWeb Client
Host: localhost:8080 Content-Length: 469 Connection: Keep-Alive 
<?xml version="1.0"?>
<SOAP-ENV:Envelope 
xmlns:SOAP-ENV="http://schemas.xmlsoap.org/soap/envelope/" xmlns:xsd="http://www.w3.org/2001/XMLSchema" xmlns:xsi="http://www.w3.org/2001/XMLSchema-instance">
<SOAP-ENV:Body>
<geefSjabloon xmlns="urn:sivi:standards:skp:ws">
 <geefSjabloonVraag xmlns="urn:sivi:standards:skp:schemas">
   <procesInfo>
    <functie>
     <productId>00001</productId>
     <contextId>200</contextId>
     <functieId>2000</functieId>
    </functie>
   </procesInfo>
  </geefSjabloonVraag>
</geefSjabloon>
</SOAP-ENV:Body>
</SOAP-ENV:Envelope>

Methodenamen in de SOAP Body zijn ‘vaste’ namen.

De namen zijn (met tussen haakjes de bijbehorende berichtnamen):

“geefSjabloon” (geefSjabloonVraag)
“doeFunctie” (doeFunctieVraag)
“geefProcesStatus” (geefProcesStatusVraag)
“geefResultatenOverzicht” (geefResultatenOverzichtVraag)
“geefResultaat” (geefResultaatVraag)
“geefResultaten” (geefResultatenVraag)
“geefBestand” (geefBestand)
“ontvangstBevestiging” (ontvangstbevestigingVraag)

Voorbeeld geefSjabloonResponse in SOAP-envelop

HTTP/1.1 200 OK
Content-Type: text/xml Content-Length: 661 
<?xml version="1.0"?>
<SOAP-ENV:Envelope xmlns:SOAP-ENV="http://schemas.xmlsoap.org/soap/envelope/" xmlns:xsd="http://www.w3.org/2001/XMLSchema" xmlns:xsi="http://www.w3.org/2001/XMLSchema-instance" xmlns:SOAP-ENC="http://schemas.xmlsoap.org/soap/encoding/">
<SOAP-ENV:Body SOAP-ENC:encodingStyle="http://schemas.xmlsoap.org/soap/envelope/">
<geefSjabloonResponse xmlns="urn:sivi:standards:skp:ws">
 <geefSjabloonAntwoord xmlns="urn:sivi:standards:skp:schemas">
   <inhoud>
    <gimData><![CDATA[
      <Contractdocument>
      <PP>
      <PP_NUMMER/>
      <PP_INGDAT/>
      <VP>
      <VP_ANAAM/>
      <VP_GEBDAT/>
      </VP>
      </PP>
      </Contractdocument>]]>
    </gimData>
   </inhoud>
 </geefSjabloonAntwoord>
</geefSjabloonResponse>
</SOAP-ENV:Body>
</SOAP-ENV:Envelope

De resultaten worden teruggestuurd onder de volgende methode namen (met tussen haakjes de bijbehorende berichtnamen):

“geefSjabloonResponse” (geefSjabloonAntwoord)
“doeFunctieResponse” (doeFunctieAntwoord)
“geefProcesStatusResponse” (geefProcesStatusAntwoord)
“geefResultatenOverzichtResponse” (geefResultatenOverzichtAntwoord)
“geefResultaatResponse” (geefResultaatAntwoord)
“geefResultatenResponse” (geefResultatenAntwoord)
“ontvangstBevestigingResponse” (ontvangstBevestigingAntwoord)

Ten aanzien van het ontvangen van SOAP-berichten kunnen, afhankelijk van het gebruikte platform (JAVA, .NET), verschillen bestaan in de meegeleverde Namespaces.


WSDL

Het doel van de WSDL is een exacte beschrijving te geven van de berichtstructuur die binnen een SOAP-envelop wordt gebruikt en de verbinding te beschrijven met de webservice.

Regels voor gebruik

Voor de gebruikte tekenset geldt:

  • SOAP-envelop wordt doorgegeven met encoding UTF-8.
  • Alle AFD-berichten (XML) worden doorgegeven met de tekenset UNOC, uitgebreid met het Euro-teken.

In de bijlage ‘bijlagen in resultaatberichten’ is beschreven op welke wijze met bijlagen omgegaan dient te worden.

Reactie

Was dit nuttig?

Ja Nee
U heeft aangegeven dat u dit onderwerp niet nuttig vond ...
Zou u hieronder willen uitleggen waarom niet? Bij voorbaat dank!
Dank voor uw reactie.

Geef uw reactie op dit onderwerp.

Verstuur Reactie