In de communicatie tussen de verschillende Omgevingen wordt bij elke functie aangegeven welke functie uitgevoerd moet worden of is uitgevoerd en voor welk product.

Een AFD-functie bestaat uit 3 onderdelen:

  1. ProductId
    Productafhankelijke code, vastgesteld door de 2e Omgeving.
    Als een AFD-functie (alleen in de 7000-serie) productonafhankelijk is, dan wordt het productID gelijk aan ‘0’.
  2. ContextId
    Code die het object van de functie aangeeft (offerte, contract, schademelding, etc.).
  3. FunctieId
    Code die de soort functie aangeeft (muteren, aanvragen, etc.).
    De tabel gimfunctionconfig.xml bevat alle mogelijke combinaties van ContextId en FunctieId, inclusief de bijbehorende omschrijvingen. Deze tabel is voor de volledigheid hieronder opgenomen en is tevens beschikbaar op de SIVI-website.

Voorbeeld

<geefResultaatResponse xmlns="urn:sivi:standards:skp:ws">
  <geefResultaatAntwoord xmlns="urn:sivi:standards:skp:schemas">
    <procesInfo>
      <functie>
        <productId>1</productId>
        <contextId>200</contextId>
        <functieId>2000</functieId>
      </functie>
    </procesInfo>
    <inhoud>
      ...
      ...
    </inhoud>
  </geefResultaatAntwoord>
</geefResultaatResponse>

Reactie

Was dit nuttig?

Ja Nee
U heeft aangegeven dat u dit onderwerp niet nuttig vond ...
Zou u hieronder willen uitleggen waarom niet? Bij voorbaat dank!
Dank voor uw reactie.

Geef uw reactie op dit onderwerp.

Verstuur Reactie