De knoppen rechts op het scherm geven toegang tot eenvoudige navigatie.
|
Op het Auto Instellingen scherm kan men drie hoofdvariabelen selecteren. De instellingen zijn gebaseerd op de eigenschappen van de te af te werken elementen.
MENGNIVEAU | Instelwaarden 1 t/m 4 waarmee de intensiteit wordt bepaald. Niet beschikbaar bij modellen -09, -10, -11 en -12. Raadpleeg Richtlijnen voor verwerking for Ultrasonic % recommendations. |
De voornaamste energiebronnen zijn menging door ultrageluid en de wervelstroming van het reinigingsmiddel. Op niveau 1 is het ultrageluid en de menging door de pomp minimaal, en op niveau 4 zijn deze het hoogst. |
|
TEMPERATUUR | Het systeem zal opwarmen en de temperatuur tijdens het verwerken van onderdelen handhaven. De temperatuurinvoer is niet beschikbaar voor modellen -09, -10, -11 en -12 |
Gebruik de schuifbalk om de gewenste temperatuur van het reinigingsmiddel in de tank in te stellen. De gebruiker kan de temperatuur ook instellen met de + / – knoppen. |
|
TIJD | Het verwerken van het onderdeel zal automatisch stoppen wanneer de tijd van de cyclus voltooid is |
Gebruik de + en – knoppen om de tijd van de cyclus te verhogen of verlagen. |
Wanneer de gewenste instellingen geselecteerd zijn, kan de gebruiker de cyclus starten, de instellingen opslaan, of een bestaande groep procesparameters openen.
Na verrichten van de instellingen, druk op de PLAY knop om een cyclus te starten of een gepauzeerde cyclus te hervatten. | |
Druk op SELECTEER PROGRAMMA om eerder opgeslagen instellingen op te roepen. | |
Druk op OPSLAAN om de huidige instellingen op te slaan voor toekomstig gebruik. Raadpleeg Programmabeheer voor meer informatie. |
Geef uw reactie op dit onderwerp.